MIJMERINGEN
De krokus en het sneeuwklokje,
ze hebben geen schrik van een sneeuwvlokje.
Al is het nog steeds koud,
ze tonen zich al menigvoud.
De krokus in alle kleuren,
de witte sneeuwklok moet niet zeuren
Ze pronken met hun pracht,
maar geven geen geuren
Al door de koude aarde zijn ze er weer,
in ’t vroege voorjaar, iedere keer.
De krokus rechtop fier als een pauw,
’t sneeuwklokje met hangend kopje,wat benauw
Geniet ervan,
want ze blijven niet lang,
De narcis komt eraan,
de gele bloem in tuinen en langs de baan.
De tulpen wachten af,
hun kopje opsteken mag.
Met vele kleuren gaan ze pronken,
de eerste insecten lonken.
De wondere wereld van de bloem.
De bijen en hun gezoem.
Zelf kunnen we ze niet maken,
enkel als plagiaten.
Vdbee